vrijdag 4 maart 2011

Ormel vervalt in clichés over Israël-Palestina in Trouw verslag

 

IMO Blog, 2011

In Trouw hield Henk Jan Ormel, Tweede Kamerlid voor het CDA, een online dagboek bij van de reis naar het Midden-Oosten die een delegatie van de vaste Kamercommissie Buitenlandse Zaken onlangs maakte. De linkse partijen haakten af, toen duidelijk werd dat men Egypte en de Gazastrook niet zou bezoeken.


Ormels dagboek is informatief, en hij heeft op momenten een open geest en zoekt oprecht naar een oplossing van het Midden-Oosten conflict . Maar hij vervalt daarbij helaas ook in verschillende bekende clichés over het conflict en besteedt in zijn dagboek meer aandacht aan de Palestijnse posities dan aan de Israëlische. Het is ook opvallend dat op het moment dat de bevolking in vrijwel ieder land in het Midden-Oosten de straat op gaat en het vertrek eist van de huidige machthebbers danwel serieuze hervormingen, hij het vooral heeft over checkpoints, ongelijke waterverdeling, nederzettingen en ander (vermeend) Israëlisch onrecht de Palestijnen aangedaan. Het is raar dat in een regio zo uitgestrekt en zo divers als het Midden-Oosten steeds maar weer het Israëlisch-Palestijns conflict als kernprobleem en oorzaak van de problemen wordt neergezet. De Arabische onvrede komt niet voort uit het feit dat Israël een gebied ter grootte van de provincie Gelderland bezet, maar uit despotisme, corruptie, vriendjespolitiek, armoede, wanbeleid en onderdrukking door de dictators, koningen en sheiks in het Midden-Oosten. Toch besluit Ormel zijn eerste verslag met:

Israël zal moeten inzien dat een vredesakkoord met de Palestijnen en een zelfstandige Palestijnse staat, die het bestaansrecht van Israël erkent, ook in het belang is van de veiligheid van Israël. De EU moet juist nu harder aandringen op een vredesakkoord tussen Israël en de Palestijnen. Nederland heeft een goede naam bij beide partijen en ook parlementaire diplomatie kan een bijdrage leveren aan een noodzakelijke toenadering.

Meer voor vrede doen
Hij zal nog vaak herhalen dat Israël meer voor vrede moet doen, en de in zijn ogen apathische houding van Israël hekelen. Tegenover de Palestijnen en Arabische staten ontbreekt iedere kritiek of oproep om de mensenrechten te respecteren, Israël oprecht te erkennen, het antisemitisme en de haatpropaganda tegen Israël te staken, etc. Het is bijna potsierlijk dat op een moment dat de Arabische wereld zo massaal in verzet komt tegen hun eigen leiders, Ormel niet verder komt dan de bekende riedel dat Israël meer moet doen voor vrede, en de EU harder moet aandringen op een vredesakkoord. Hij heeft op zichzelf natuurlijk gelijk dat vrede goed zou zijn, wie kan daar nou tegen zijn? Het probleem is echter dat 'hard aandringen' door de EU het probleem niet per se (en zeer waarschijnlijk niet) oplost. Het probleem is namelijk niet alleen de nederzettingen etc. maar ook de Arabische weigering Israël oprecht te erkennen en de Joden als een volk met recht op zelfbeschikking en wortels in de regio te zien.
Op 27 februari herhaalt hij zijn oproep aan Israël meer te doen voor vrede:

De Israëli's lijken juist een afwachtende houding aan te nemen en leggen de nadruk op de grote veiligheidsrisico's voor Israël. Ik denk dat te lang wachten en de wijze van optreden tegen de Palestijnen juist grotere veiligheidsrisico's oproept. Er is verwarring en frustratie bij zowel Palestijnen als Israëli's en een langetermijn visie heb ik niet gehoord. Juist nu het hele Midden-Oosten in brand staat is een naar binnen gerichte houding een veiligheidsrisico op zich. Dit gaat niet alleen maar op voor Israël en de Palestijnen, maar ook voor de USA en de EU!

En op 1 maart nog eens:

Wat opvalt is dat Israël erg met zichzelf bezig is en het lijkt er op dat er geen goede scenario's doordacht worden die rekening houden met de grote veranderingen in de regio. Iran is een reële bedreiging, maar gefrustreerde Palestijnen ook. Het Palestijns-Israëlisch conflict is niet alleen een regionaal, territoriaal conflict zoals er meerdere zijn. Het is een ideologisch conflict en Israël moet zich zorgen maken over het groeiende isolement. Oplossing van dit conflict is vooral in het belang van Israël zelf!

Natuurlijk is een goede oplossing van het conflict met de Palestijnen (en de Arabische wereld) in het belang van Israël, en inderdaad moet Israël zich bezinnen op de veranderingen in de regio en de bedreigingen en kansen die die inhouden. Zover was men in Israël waarschijnlijk ook gekomen. Maar in tegenstelling tot wat Ormel suggereert ligt die oplossing niet alleen in Israëls handen. Ik vind het in het algemeen behoorlijk aanmatigend hoe makkelijk mensen hier, vaak geen deskundigen wat betreft de regio en de geschiedenis, menen te weten wat Israël moet doen en hoe het vrede kan bereiken. De onderliggende idee daarbij is natuurlijk dat de Israëli's zelf, geobsedeerd met hun veiligheid, getraumatiseerd door de Holocaust en verblind door eigen fanatisme, dat niet meer kunnen zien. Zij kunnen geen reële afweging meer maken tussen de risico's en verliezen die met het opgeven van land gepaard gaan en het voordeel van mogelijke vrede en erkenning in de regio. Daarom hebben ze buitenstaanders nodig om ze dat te vertellen, en als ze dan nog niet willen luisteren moeten die zonodig Israël onder druk zetten om dat te doen wat ook voor haarzelf uiteindelijk het beste is.

Ormel vergeet overigens even dat Israël vorig jaar voortdurend op onderhandelingen aandrong en de Palestijnen maar voorwaarden bleven stellen. De bouwstop die Israël onder Amerikaanse druk instelde was natuurlijk niet goed genoeg, want Oost-Jeruzalem zat er niet bij, al maakte de woede van de VS over zo ongeveer ieder huis dat Israël er over de Groene Lijn wilde bouwen wel duidelijk dat Israël hier niet veel kon doen. De PA weigerde op haar beurt Israël te erkennen als Joodse staat of op enige andere wijze Israël tegemoet te komen. Pas toen de bouwstop bijna voorbij was werd er onder grote Amerikaanse druk even gepraat, waarna de PA, juist ja, een verlenging van de bouwstop eiste. En in 2008 deed Olmert de Palestijnen een vergaand vredesvoorstel, dat Abbas echter weigerde. Of Netanjahoe bereid zal zijn zo ver te gaan als Olmert is de vraag, maar hij heeft wel de tweestatenoplossing geaccepteerd.

Hoe Israël uit het 'groeiende isolement' kan komen is natuurlijk een goede vraag, maar concessies blijken niet zaligmakend. De terugtrekking uit Gaza heeft Israël weliswaar enige goodwill maar ook veel raketten en een versterking van Hamas opgeleverd. En voornoemd vredesvoorstel van Olmert wordt simpelweg genegeerd door Westerse media en politici. Ook de Oslo Akkoorden hebben Israël geen vrede gebracht, wat overigens beide partijen te verwijten valt. Het is dus allemaal wel erg veel makkelijker gezegd dan gedaan, en iets meer begrip voor Israëls (veiligheids)problemen zou welkom zijn.

Palestijnse standpunten
In zijn eerste verslag van 1 maart beschrijft Ormel zijn ontmoeting met verschillende Palestijnen en geeft uitvoerig hun standpunten weer. Hij schrijft:

Al Malki geeft de voorkeur aan het kwartet (USA, EU, VN en Rusland). Hij herhaalt de woorden van president Abbas die heeft aangegeven dat een vredesakkoord ook een einde aan claims inhoudt; een belangrijke Israëlische eis. De nieuwe staat wil geen leger, geen tanks of vliegtuigen. Alleen een politiemacht. Een nieuwe staat wil Israël veiligheidsgaranties geven. Al Malki zegt dat de Palestijnse Autoriteit bereid is om een internationale legermacht, bij voorkeur de NAVO, op zijn grondgebied toe te laten. Maar in ieder geval geen Israëlische soldaat meer op Palestijnse bodem!
(...)
Terugtrekking moet meteen beginnen, maar kan geleidelijk plaatsvinden. Het is noodzakelijk Hamas bij het proces te betrekken, aldus Malki, onder de voorwaarde dat geweld wordt afgezworen. Hamas wordt minder populair in Gaza, maar put hoop uit de veranderingen in Egypte. Ze zullen een afwachtende houding aannemen zolang de situatie in Egypte onduidelijk is. Daar kan niet op gewacht worden. Opname van Hamas in een nationale regering kan overwogen worden als Hamas dat zelf wil, geweld afzweert en mede veiligheid aan Israël wil garanderen.


Het hele verslag gaat alleen over Al Malki en hoe graag de Palestijnen vrede willen. Nergens een kritische kanttekening of opmerking, of relativering. Het klinkt allemaal prachtig, nietwaar? Je vraagt je af waarom er nog geen vrede is. Veiligheidsgaranties, geen leger, een einde aan claims, geleidelijke terugtrekking. Wat wil Israël nog meer? In werkelijkheid is een en ander niet zo duidelijk. Officieel eist de PA dat alle vluchtelingen terug kunnen keren naar Israël, al laat men een enkele keer doorschemeren tot een compromis wat dit betreft bereid te zijn. En waar bestaan die veiligheidsgaranties precies uit? Mag Israël een (tijdelijke) presentie houden in de Jordaanvallei? Controle over het luchtruim? Hoe worden de grenzen gecontroleerd en hoe weet Israël dat er geen wapens worden gesmokkeld zoals in de Gazastrook? Hamas zal natuurlijk nooit 'veiligheid aan Israël garanderen' zoals men ook nooit het geweld zal afzweren. Men zal hooguit bereid zijn tot een tijdelijk staakt het vuren. Zowel leden van Hamas als van Fatah laten zich in het Engels vaak wat gematigder uit, in dubbelzinnige bewoordingen die met wat creativiteit in het Westen bijzonder positief worden uitgelegd. In het Arabisch prijst men terroristen als Dalal Mugrabi, of de leiders van de moord op de Israëlische Olympische ploeg in 1972, ontkent men de Holocaust en elke Joodse band met het land, en roept op heel Palestina te bevrijden. Op het Fatah congres in Bethlehem twee jaar geleden werden bijzonder harde resoluties aangenomen die geen ruimte lieten voor vrede en een tweestatenoplossing.

Op 27 februari neemt Ormel eveneens kritiekloos van alles wat Palestijnen hem vertellen voor waar aan, zonder enige kritische kanttekening, en zonder wederhoor:

De minister van landbouw van de Palestijnse Nationale Autoriteit, Ismail Daiq, is ook aanwezig en ik vraag wat zijn grootste zorgen zijn. 'Water en settlers' antwoordt hij. De waterverdeling wordt door Israël gedaan. Boeren boren waterputten die soms 800 meter diep zijn. Maar Palestijnse boeren krijgen zelden toestemming om waterputten te slaan. Settlers bezetten heuveltoppen in de Jordaanvallei en maken de buurt onveilig. Er wordt geschoten op mensen en dieren. Palestijnen voelen zich onveilig en kunnen niet meer over wegen rijden in de buurt van een settlement. Minister Daiq beklaagt zich regelmatig bij zijn Israëlische collega en vindt daar op zich een gewillig oor, maar er verandert niets. Het ergste vindt hij dat deze settlers direct toestemming krijgen om waterputten te slaan en zoveel water oppompen dat het grondwater zakt, waardoor het moeilijker wordt voor de Palestijnse boeren om aan water te komen. We gaan kijken bij een hevig snorrende waterpomp achter stevig prikkeldraad. Een grote buis gaat naar een Israëlische nederzetting en een miezerig stroompje water gaat naar de Palestijnse landerijen. Minister Lieberman gaf aan dat de Palestijnen zich eerst eens economisch moeten ontwikkelen; dat lukt met deze strategie niet!

Ik zou zeggen: leg dit verhaal voor aan Israëlische autoriteiten en vraag hen hoe het zit en waarom het water niet eerlijker wordt verdeeld. Dat is toch logisch als neutrale buitenstaander? Maar Ormel gaat verder met zijn beschrijving van de volgende ontmoeting, met, ja, alweer een Palestijn. Het watergebruik is in de Oslo Akkoorden geregeld, waarin beide partijen een bepaalde hoeveelheid toebedeeld hebben gekregen. In werkelijkheid verbruiken de Palestijnen een stuk meer en het Israëlische gebruik is (mede door besparingsmaatregelen) teruggelopen, waardoor de verschillen in gebruik momenteel niet groot meer zijn. Er worden door Palestijnen regelmatig illegaal waterputten geslagen en water afgetapt. Er is overigens aan beide kanten schaarste omdat de hoeveelheid water beperkt is. In Israël is het daarom bijzonder duur om meer dan een bepaald quotum te verbruiken. Het zou mooi zijn als beide partijen meer zouden samenwerken in een goed watergebruik en beheer, waterzuivering en besparing. Dat schiet meer op dan het elkaar eindeloos de zwarte piet toeschuiven. Maar een dergelijke constatering kon er bij Ormel dus niet vanaf.

Hunkeren naar vrede
Hij vervolgt zijn verslag met een gesprek met de Palestijnse gouverneur van Jericho en een Palestijnse bierbrouwer. Tot slot merkt hij op:

Niemand van de Palestijnse gesprekspartners is bang voor Hamasachtige toestanden; ook de christelijke Palestijnen niet. Palestijnen willen een moderne staat waarin je vrij kunt zijn en met respect behandeld wordt. De bierbrouwer is voor een éénstaat oplossing, waarbij de westelijke Jordaanoever onderdeel gaat uitmaken van Israël. Dit lijkt me weinig realistisch. Tussen de regels door kun je horen dat deze oplossing vooral wordt ingegeven door gebrek aan vertrouwen in de eigen leiders. Iedere Palestijn die we vandaag spreken, hunkert naar een vreedzame verandering.

Ja, iedere Israëli ook, wie niet? Maar over Israël merkt Ormel slechts op dat het teveel in zichzelf gekeerd is en te weinig doet voor vrede, niet dat men er zozeer naar hunkert. Bij Ormel is de Palestijn telkens weer het slachtoffer, vaak welwillend, creatief en vredelievend, en maakt er in een moeilijke situatie het beste van. De Israëli's zijn de onderdrukkers, de daders, die de huidige situatie in stand houden al zijn de Palestijnen bereid hen veiligheidsgaranties, erkenning etc. te geven. Ormel lijkt op het eerste gezicht misschien neutraal, en hij is zeker geen Van Agt die het continu heeft over de 'illegale bezetting' en Israëlische 'oorlogsmisdaden' etc., maar hij kiest wel degelijk partij. Dat blijkt ook uit een verslag van ontmoetingen met mensen van verschillende organisaties. De Arabieren zijn natuurlijk allemaal kritisch naar Israël, en de Israëlische organisaties die men opzoekt zijn eveneens kritisch naar Israël, al heeft men ook even met NGO Monitor en PMW gesproken. Uitgebreid legt Ormel de kritiek op Israël van het Israël Democracy Institute uit, om vervolgens nog twee organisaties te beschrijven die zich voor meer gelijkwaardigheid tussen Joden en Arabieren inzetten. En dan nog even een kort stukje over PMW en NGO Monitor, waarna Ormel maar weer eens besluit dat:

De atmosfeer in Israël is naar binnen gekeerd en er lijkt weinig draagvlak voor stappen om te komen tot betere relaties met de Arabische wereld. Eigen veiligheid staat in het denken voorop en de meest gehoorde reactie op de revolutionaire ontwikkelingen in de landen om Israël heen is afwachtend. Israël voelt zich nu veilig, steekt de kop in het zand en denkt belang te hebben bij een status quo. De vraag is of deze positie de veiligheid van Israël op de langere termijn dient. Ik denk van niet! Een afwachtende Israëlische houding zal tot frustratie bij de Palestijnen en radicalisering in de Arabische wereld leiden en dat is niet in het belang van Israël, noch van de VS, noch van de EU.

Gaap. Is Ormel in de politiek ook zo herhaalderig en breedsprakig? En passent wordt hier even gesuggereerd dat radikalisering in de Arabische wereld niet komt door armoede, corruptie, radikale imams en Koranscholen, maar doordat Israël niet genoeg voor de vrede doet. Er wordt weleens gezegd dat Nederlanders moralistisch zijn en iedereen menen te moeten vertellen wat te doen. Het is echter opvallend hoe vaak dit moralisme beperkt blijft tot Israël, en de Arabieren daarvan gevrijwaard blijven. Dat heeft verschillende oorzaken. Zelf zeggen mensen hierop vaak dat zij van Israël meer verwachten omdat het een democratie is, Westers en ontwikkeld. Betekent dat dat als je maar niet roept dat je iets om mensenrechten geeft je er ook niet op mag worden aangesproken? Overigens beweert zelfs een land als Libië democratisch te zijn en mensenrechten te eerbiedingen. Ook wordt er vaak op gewezen dat wij ons verbonden voelen met Israël en het daarom graag goede raad geven. En wij zouden medeverantwoordelijk zijn voor wat Israël doet omdat het land er zonder onze steun niet had kunnen komen. Dat laatste is onjuist zoals ik laatst op IMO schreef: Israël kreeg alleen passieve steun uit Europa en is er vooral gekomen omdat de Arabieren ieder compromis afwezen en de VN (en de meeste landen) daarom geen alternatief meer zagen dan deling van het land. De Arabieren kregen veel meer steun van bijvoorbeeld de Britten, die het Jordaanse leger hadden opgeleid en van wapens voorzien. Bovendien is Israël in de eerste plaats opgebouwd, verdedigd, ontgonnen en bevolkt door de enorme inzet van de zionisten. In de jaren '30 was er in feite al een semi-onafhankelijke staat in Palestina met de instituties die daarbij horen. Daar had men Europa niet voor nodig, of het moet in negatieve zin zijn geweest: het antisemitisme heeft veel Joden naar Palestina gedreven, en de passiviteit en tegenwerking van de Britten noopten tot het opzetten van ondergrondse organisaties voor zelfverdediging en illegale immigratie.

Het argument dat wij ons met Israël verbonden voelen en daarom kritisch zijn vind ik vaak behoorlijk hypocriet. Velen zijn tegenwoordig begaan met de Palestijnen, waarom is men van daaruit dan niet wat kritischer naar hen toe? Nederland en de EU geven de PA veel financiële steun en steunen daarnaast tal van Palestijnse maatschappelijke organisaties, waarvan sommige een behoorlijk radikale agenda hebben. Ook van daaruit zou je een kritischer houding verwachten. Deze kritiekloze houding komt denk ik vooral door de slachtofferrol waarin we hen plaatsen en waarin ze zichzelf plaatsen: van een slachtoffer kun je niet al teveel verwachten, die moet eerst gered/bevrijd worden, dan pas kan er verder worden gekeken. Het is jammer dat ook Ormel meegaat in deze trend en het eigen aandeel van de Palestijnen negeert. Maar ook de rest van de Arabische wereld lijkt wat hem betreft wel erg om Israël en wat daar gebeurt te draaien. Zou het door zijn christelijke wortels kunnen komen? Daarin neemt het Heilige Land (sorry, maar ik hou zelf absoluut niet van die term) een centrale plaats in in het verleden, heden en toekomst. Alles met Gods wil natuurlijk.

Ratna Pelle

Geen opmerkingen:

Een reactie posten